Home Over ARCH Reglementen

Reglementen

In het huishoudelijk reglement worden de opmaak en verantwoordelijkheden van de verschillende onderdelen van Stichting ARCH besproken. Hieronder staat een korte samenvatting van de huidige versie en kunt u het reglement in zijn geheel downloaden. Onder het huishoudelijk reglement vindt u ook de statuten de Stichting ARCH.


Huishoudelijk reglement

Het huishoudelijk reglement is vastgesteld door Bestuur en bekrachtigd door de Raad van Toezicht. Aanpassingen kunnen worden voorgesteld door allen die actief betrokken zijn bij ARCH. Wijzigingen dienen conform de Statuten te worden goedgekeurd door de Raad van Toezicht.

 

De Stichting ARCH heeft als statutaire doelen:

  1. Het bevorderen van de kwaliteit van zorg en behandeling die geleverd wordt aan mensen met systemische auto-immuunziekten, alsmede het verrichten van al hetgeen met het vorenstaande verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin van het woord.
  2. De stichting tracht dit doel onder meer te bereiken door het opzetten en in stand houden van een netwerk van expertise en een infrastructuur voor zorg en behandeling alsmede door het faciliteren van wetenschappelijk en toegepast onderzoek.

 

Hieronder kunt u het huishoudelijk reglement in zijn geheel downloaden.

Huishoudelijk reglement
PDF | 6 januari 2023

Statuten

Artikel 1

  1. De stichting draagt de naam: STICHTING ARTHRITIS RESEARCH AND COLLABORATION HUB.

De stichting heeft als verkorte naam: STICHTING ARCH.

  1. De stichting heeft haar zetel te UTRECHT.

 

Artikel 2 (Doel)

  1. De stichting heeft ten doel:

het bevorderen van de kwaliteit van zorg en behandeling die geleverd wordt aan mensen  met reumatische aandoeningen, in het bijzonder systeemziekten, alsmede het verrichten  van al hetgeen met het vorenstaande verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles  in de ruimste zin van het woord.

  1. De stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door:

het opzetten en in stand houden van een expertisecentrum en een infrastructuur voor zorg  en behandeling alsmede door het faciliteren, bevorderen en (laten) uitvoeren van wetenschappelijk en toegepast onderzoek.

  1. De stichting beoogt niet het maken van winst.

 

Artikel 3 (Geldmiddelen)

De geldmiddelen van de stichting bestaan uit:

  1. a. subsidies;
  2. giften, legaten en erfstellingen;
  3. bijdragen;
  4. opbrengst van belegde middelen;
  5. alle andere baten en inkomsten.
  6. Erfstellingen kunnen slechts worden aanvaard onder voorrecht van boedelbeschrijving.

 

Artikel 4 (Bestuur)

  1. Het bestuur van de stichting bestaat uit een of meer leden.
  2. Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. De functies van secretaris en penningmeester kunnen ook door één persoon worden vervuld.
  3. Bestuursleden worden benoemd, geschorst en ontslagen door de raad van toezicht. De raad van toezicht stelt tevens het aantal bestuursleden vast.

Voor elke benoeming zal het bestuur een bindende voordracht opmaken. De raad van  toezicht kan aan een voordracht het bindend karakter ontnemen bij een besluit, genomen  met een meerderheid van ten minste twee/derde van het aantal uitgebrachte stemmen,  vertegenwoordigende meer dan de helft van het aantal stemmen dat in een voltallige  vergadering van de raad kan worden uitgebracht.

De raad van toezicht is vrij in de benoeming ingeval aan de voordracht het bindend  karakter werd ontnomen en voorts indien de voordracht niet uiterlijk drie maanden na het  ontstaan van de vacature werd opgemaakt en aan de raad werd meegedeeld.

Bestuursleden worden benoemd voor een periode van maximaal vier (4) jaar. Zij treden af  volgens een door het bestuur op te maken rooster; een volgens het rooster aftredend  bestuurslid is onmiddellijk herbenoembaar. De in een tussentijdse vacature benoemde  neemt de plaats in van degene in wiens vacature hij werd benoemd.

  1. Mocht(en) in het bestuur om welke reden dan ook één of meer leden ontbreken, dan vormen de overblijvende bestuursleden, of vormt het enige overblijvende bestuurslid  niettemin een wettig bestuur. In vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.
  2. De raad van toezicht kan aan de daarvoor in aanmerking komende bestuursleden een bezoldiging toekennen.

De bestuursleden hebben recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun  functie gemaakte kosten.

 

Artikel 5 (Bestuursvergaderingen en bestuursbesluiten)

  1. De bestuursvergaderingen worden gehouden in een door het bestuur te bepalen  gemeente.
  2. Ten minste zesmaal per jaar wordt een bestuursvergadering gehouden.
  3. Vergaderingen zullen voorts telkenmale worden gehouden, wanneer de voorzitter dit wenselijk acht of indien één van de andere bestuursleden of een lid van de raad van  toezicht daartoe schriftelijk en onder nauwkeurige opgave van de te behandelen punten  aan de voorzitter het verzoek richt. Indien de voorzitter aan een dergelijk verzoek geen  gevolg geeft in dier voege, dat de vergadering kan worden gehouden binnen drie weken na het verzoek, is de verzoeker bevoegd zelf een vergadering bijeen te roepen met  inachtneming van de vereiste formaliteiten. Toegang tot de vergaderingen van het bestuur  hebben de bestuursleden en degenen die daartoe door het bestuur zijn uitgenodigd. Tot de vergaderingen van het bestuur die zijn bijeengeroepen door een lid van de raad van  toezicht hebben tevens toegang de leden van de raad van toezicht.
  4. De oproeping tot de vergadering geschiedt – behoudens het in lid 3 bepaalde – door de voorzitter, ten minste zeven dagen tevoren, de dag van de oproeping en die van de  vergadering niet meegerekend, schriftelijk door middel van oproepingsbrieven. Aan de eis  van schriftelijkheid wordt voldaan, indien de bijeenroeping schriftelijk geschiedt door een  langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres  dat door de desbetreffende persoon voor dit doel aan de secretaris is bekend gemaakt.
  5. De oproepingsbrieven vermelden, behalve plaats en tijdstip van de vergadering, de te behandelen onderwerpen.
  6. Zolang in een bestuursvergadering alle in functie zijnde bestuursleden aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen,  mits met algemene stemmen, ook al zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor  het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht genomen.
  7. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het bestuur; bij diens aMezigheid wijst de vergadering zelf haar voorzitter aan.
  8. Van het verhandelde in de vergaderingen worden notulen gehouden door de secretaris of door één van de andere aanwezigen, door de voorzitter daartoe aangezocht. De notulen  worden vastgesteld en getekend door degenen, die in de vergadering als voorzitter en  secretaris hebben gefungeerd.
  9. Het bestuur kan ter vergadering alleen dan geldige besluiten nemen indien de meerderheid zijner in functie zijnde leden ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is. Een bestuurslid kan zich ter vergadering door een medebestuurslid laten  vertegenwoordigen op overlegging van een schriftelijke, ter beoordeling van de voorzitter  van de vergadering voldoende, volmacht. Een bestuurslid kan daarbij slechts voor één  medebestuurslid als gevolmachtigde optreden.
  10. Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle bestuursleden in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk, telegrafisch, per telex of per telefax hun mening te  uiten. Van een aldus genomen besluit wordt onder bijvoeging van de ingekomen  antwoorden door de secretaris een relaas opgemaakt, dat na mede-ondertekening door de  voorzitter bij de notulen wordt gevoegd.
  11. leder bestuurslid heeft het recht tot het uitbrengen van één stem.

Voor zover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden alle  bestuursbesluiten genomen met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte  stemmen.

  1. Alle stemmingen ter vergadering geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of één van de stemgerechtigden dit voor de stemming  verlangt.

Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes.

  1. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
  2. In alle geschillen omtrent stemmingen, niet bij de statuten voorzien, beslist de voorzitter.

 

Artikel 6 (Bestuursbevoegdheid en vertegenwoordiging)

  1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.
  2. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen en tot het aangaan van  overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt,  zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een  ander verbindt, mits het bestuur daartoe de voorafgaande goedkeuring heeft verkregen  van de raad van toezicht. Zonder vermelde goedkeuring kan de stichting ter zake niet  rechtsgeldig worden vertegenwoordigd.

 

Artikel 7

  1. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting in en buiten rechte.
  2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan ieder bestuurslid afzonderlijk.
  3. Het bestuur kan volmacht verlenen aan één of meer bestuursleden, als ook aan derden, om de stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.

 

Artikel 8 (Einde bestuurslidmaatschap)

Het bestuurslidmaatschap eindigt:

  1. door periodiek aftreden of door anderszins aftreden, mits dit schriftelijk geschiedt met een opzeggingstermijn van ten minste drie maanden;
  2. door ontslag, in een speciaal daartoe bijeengeroepen vergadering van de raad van toezicht waarin ten minste twee/derde van de leden van de raad van toezicht aanwezig of  door een schriftelijk gevolmachtigde vertegenwoordigd zijn, welk besluit genomen dient te  worden met een meerderheid van drie/vierde van de geldig uitgebrachte stemmen;
  3. door overlijden;
  4. door verklaring in staat van faillissement of door aanvrage van surséance van betaling dan wel door indiening van een verzoek tot toepassing van de wettelijke  schuldsaneringsregeling;
  5. door verlies van rechtspersoonlijkheid van een bestuurslid-rechtspersoon; door onder curatelestelling;
  6. bij ontslag op grond van het bepaalde bij artikel 298 boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

 

Artikel 9 (Raad van Toezicht)

  1. Het toezicht op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in de  stichting is opgedragen aan een raad van toezicht, bestaande uit ten minste drie en ten  hoogste zeven natuurlijke personen.
  2. De raad van toezicht kiest uit zijn midden een voorzitter.
  3. Naast de taken en bevoegdheden, die aan de raad van toezicht in of krachtens andere bepalingen van deze statuten worden opgedragen of toegekend, behoort tot zijn taak casu  quo bevoegdheid de benoeming en het ontslag van de leden van de raad van toezicht, het  vaststellen binnen de grenzen van lid 1 van dit artikel van het aantal leden van de raad van toezicht, het vaststellen binnen de grenzen van artikel 4 lid 1 van het aantal bestuursleden  alsmede het vaststellen van de (bezoldigingen dan wel) onkostenvergoedingen van de  daarvoor naar zijn oordeel in aanmerking komende bestuursleden en leden van de raad  van toezicht.
  4. De leden van de raad van toezicht kunnen geen deel uitmaken van het bestuur.
  5. Tenminste één (1) lid van de raad van toezicht wordt benoemd op voordracht van de Stichting Nationaal Reumafonds, gevestigd te Amsterdam, ingeschreven in het  handelsregister onder nummer 40408531, indien er drie (3) leden van de raad van toezicht  in functie zijn. Indien er meer dan drie (3) leden van de raad van toezicht in functie zijn,  heeft de Stichting Nationaal Reumafonds, voornoemd, het recht om een tweede lid voor te  dragen voor de raad van toezicht. In geval van een vacature van een lid van de raad van  toezicht, die was voorgedragen door Stichting Nationaal Reumafonds, voornoemd, is het  bestuur gehouden binnen twee maanden na het ontstaan van de vacature, Stichting  Nationaal Reumafonds, voornoemd, schriftelijk uit te nodigen tot het doen van een  voordracht voor een nieuw lid van de raad van toezicht binnen vier maanden na het  ontstaan van een vacature als voormeld. Bij het niet tijdig uitbrengen van de voordracht is  het bestuur bevoegd om zelf te voorzien in de vacature.
  6. Het bepaalde in artikel 4 lid 3 laatste alinea en in artikel 8 is van overeenkomstige toepassing op de raad van toezicht, met dien verstande dat het lidmaatschap van de raad  van toezicht kan eindigen door zijn ontslag verleend door de gezamenlijke overige leden  van de raad van toezicht en door het aanvaarden van een benoeming tot bestuurslid.
  7. Het bepaalde in artikel 5 is op de raad van toezicht zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat bestuursleden slechts toegang hebben tot de  vergaderingen van de raad van toezicht indien zij daartoe zijn uitgenodigd.
  8. Het bestuur verschaft de raad van toezicht tijdig de voor de uitoefening van diens taken en bevoegdheden noodzakelijke gegevens en voorts aan ieder lid van de raad alle inlichtingen betreffende de aangelegenheden van de stichting die deze mocht verlangen.

De raad van toezicht is bevoegd inzage te nemen en te doen nemen van alle boeken,  bescheiden en correspondentie van de stichting; ieder lid van de raad heeft te allen tijde  toegang tot alle bij de stichting in gebruik zijnde ruimten en terreinen.

  1. De raad van toezicht kan zich voor rekening van de stichting in de uitoefening van zijn taak doen bijstaan door één of meer deskundigen.

 

Artikel 10 (Gemeenschappelijke vergaderingen van de bestuursleden en de leden  van de raad van toezicht)

  1. Ten minste driemaal per jaar komen de bestuursleden en de leden van de raad van  toezicht in gemeenschappelijke vergadering bijeen ter bespreking van de algemene lijnen  van het gevoerde en in de toekomst te voeren beleid.
  2. Tot de bijeenroeping van een gemeenschappelijke vergadering zijn het bestuur en de raad van toezicht gelijkelijk bevoegd.
  3. De gemeenschappelijke vergadering wordt geleid door de voorzitter van de raad van toezicht.

 

Artikel 11 (Boekjaar en jaarstukken)

  1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.
  2. Per het einde van-ieder boekjaar worden de boeken van de stichting afgesloten. Daaruit worden door de penningmeester een balans en een staat van baten en lasten over het  geëindigde boekjaar opgemaakt, alsmede een begroting van de baten en lasten van het  lopende boekjaar. De penningmeester biedt deze stukken vergezeld van een rapport van  een register-accountant of van een accountant-administratieconsulent, dan wel van een  andere boekhoudkundig onderlegde deskundige, zulks ter keuze van het bestuur, binnen  vier (4) maanden na afloop van het boekjaar aan het bestuur aan.

De jaarstukken worden door het bestuur vastgesteld.

  1. De vastgestelde balans en staat van baten en lasten, alsmede de begroting van de baten en lasten van het lopende boekjaar behoeven de goedkeuring van de raad van toezicht;  daartoe worden de vastgestelde stukken binnen één maand na de vaststelling aan de raad  van toezicht toegezonden.

 

Artikel 12 (Reglement)

  1. Het bestuur is bevoegd een reglement vast te stellen, waarin die onderwerpen worden  geregeld, welke niet in deze statuten zijn vervat. Het besluit tot vaststelling is onderworpen  aan de goedkeuring van de raad van toezicht.
  2. Het reglement mag niet met de wet of deze statuten in strijd zijn.
  3. Het bestuur is te allen tijde bevoegd het reglement te wijzigen of op te heffen. Het besluit tot wijziging of opheffing is onderworpen aan de goedkeuring van de raad van toezicht.

 

Artikel 13 (Statutenwijziging)

  1. Het bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen. Het besluit tot statutenwijziging is  onderworpen aan de goedkeuring van de raad van toezicht.
  2. Het besluit van het bestuur tot statutenwijziging behoeft een meerderheid van twee derde van de uitgebrachte stemmen in een voltallige vergadering van het bestuur.

Is de vergadering waarin een besluit tot statutenwijziging aan de orde is niet voltallig, dan   zal een nieuwe vergadering worden bijeengeroepen, te houden niet eerder dan twee en  niet later dan vier weken na de bedoelde vergadering, waarin het besluit kan worden  genomen met een meerderheid van twee derde van de uitgebrachte stemmen, doch  ongeacht het aantal aanwezigen.

  1. Bij de oproeping tot de vergadering, waarin een voorstel tot statutenwijziging zal worden gedaan, dient zulks steeds te worden vermeld. Tevens dient een afschrift van het voorstel,  bevattende de woordelijke tekst van de voorgestelde wijziging, bij de oproeping te worden  gevoegd. De termijn van de oproeping bedraagt in dit geval ten minste veertien dagen.
  2. Een statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt.
  3. De bestuursleden zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en een volledige doorlopende tekst van de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het  Handelsregister.

 

Artikel 14 (Ontbinding en vereffening)

  1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het daartoe te nemen besluit is het  bepaalde in artikel 13 lid 1 tweede zin en de leden 2 en 3 van overeenkomstige  toepassing.
  2. De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is.
  3. De vereffening geschiedt door het bestuur, tenzij de raad van toezicht anders besluit.
  4. De vereffenaars dragen er zorg voor, dat van de ontbinding van de stichting inschrijving geschiedt in het register, bedoeld in artikel 13 lid 5.
  5. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht.
  6. Een eventueel batig saldo van de ontbonden stichting komt ten goede aan Stichting Nationaal Reumafonds, voornoemd, dan wel diens rechtsopvolger onder algemene titel.
  7. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting gedurende de daarvoor geldende wettelijke termijn berusten onder de jongste vereffenaar.